Gisterenavond werden de onderhandelingen over de pensioenen onder het voorzitterschap van de minister van binnenlandse zaken Jan Jambon verder gezet van 19:30 uur tot 22:30 uur. De aangepaste teksten werden voorgesteld.

 

De 1 e maatregel : het wetsontwerp waardoor een art. 88/1 wordt toegevoegd aan de wet van 28 december 2011 (wet Di Rupo over de pensioenen) blijft behouden zonder wijziging : de politieleden die hun preferentiële leeftijd bereiken uiterlijk op 10 juli 2015 zullen op dezelfde voorwaarden met pensioen kunnen gaan als voor het arrest.

De 2e maatregel : het eindeloopbaanregime of de herplaatsing in een aangepaste functie. De aanvraag kan vanaf de leeftijd van 58 jaar worden ingediend en het wederzijds akkoord van de betrokken werkgevers over de inplaatssteling dient binnen een termijn van 4 maanden te worden genomen. Wij hebben reeds verkregen dat de vakbonden aanwezig kunnen zijn bij het interview van het betrokken personeeslid door de commissies (= GPI20).

De 3 e maatregel : het overgangsregime van non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVP). Een bijkomende voorwaarde is dat bij aanvang van de NAVP het personeelslid ten minste 20 aanneembare dienstjaren in de openbare sector moet tellen. De wet van 15 mei 1984 wordt ook aangepast zodat de periode van NAVP wordt aangerekend voor de reële duur (tantième 1/60) en gevoegd bij het aantal gepresteerde jaren voor de berekening van de totale loopbaanduur. Het wachtgeld uitgekeerd gedurende de NAVP komt niet in aanmerking voor de berekening van het pensioen (dat wordt berekend op de wedde ontvangen voor ingang van de NAVP die in dat verband als referentiewedde geldt).

Conform onze breekpunten werd het bedrag van het wachtgeld aangepast zodat dit zo kort mogelijk aansluit bij het pensioenbedrag voor zij die een volle loopbaan (37,5 jaren) hebben. Het vakantiegeld en eindejaarsgeld worden op dezelfde wijze toebedeeld. Bij ontstentenis van een volle loopbaan wordt het wachtgeld, het vakantiegeld en het eindejaarsgeld verminderd naar respectievelijk 70 % - 66 % - 62 % voor 37 jaren - 36 jaren - 35 jaren of minder jaren loopbaanduur in de publieke sector.

Aangezien de NAVP een recht is, is de minister akkoord dat er geen tussenkomst meer nodig is van enige commissie.

Een 4e maatregel dient nog het voorwerp uit te maken van een toekomstige onderhandeling. Het betreft een « one-shot » voor officieren die niet onder de huidige overgangsregeling vallen maar die wel al voorzien was in het sectoraal akkoord van 10 maart 2010. Tot op heden bleef de uitvoering van dat akkoord echter dode letter.

Aangezien die maatregelen nog niet tegemoet kwamen aan onze verwachtingen voor de overige 85% van het jonger politiepersoneel, heeft de minster zijn voorstel herbevestigd en bijgestuurd zodat ALLE leden van het operationeel kader (inclusief agenten) als uitoefenaars van een zwaar beroep worden erkend. Er is ook een akkoord dat het debat over de inhoud van die erkenning als zwaar beroep zal worden gevoerd in het onderhandelingscomité van de politiediensten of een specifieke werkgroep politie.

Opdat de 1e maatregel nog een bestaansreden zou hebben voor de 2500 begunstigde politieleden, heeft het NSPV opnieuw aangedrongen om dit wetsontwerp zo snel mogelijk te laten stemmen in het Parlement. De minister heeft zich aangesloten bij ons standpunt zodat het Parlement nog deze week zich over deze tekst kan buigen.

Het wordt dan ook stilaan tijd om de landing in te zetten : het « zwaar beroep » wordt aanvaard voor ALLE leden van het operationeel kader.

Het NSPV heeft niet alleen zijn breekpunten kunnen vrijwaren maar ook nog meerdere andere aanpassingen aan het regeerakkoord bekomen. Wij zullen dan ook onze basis consulteren via onze nationale raad om de landing in te zetten voor iedereen : de oudere collega’s gaan voor en nadien ontfermen we ons over alle jongeren in het kader van de problematiek zwaar beroep !

Voor onze ploeg van onderhandelaars
Gert Cockx