Op 15 april heeft de regering het wetsontwerp ingediend bij het Parlement inzake de eerste overgangsmaatregel voor onze pensioenregeling. Ter herinnering : door deze maatregel zullen de politieleden die hun preferentiële pensioenleeftijd bereiken uiterlijk op 10 juli 2015, onder dezelfde voorwaarden met pensioen kunnen gaan als voor het arrest.

Zoals gewoonlijk omvat het wetsontwerp ook het advies van de Raad van State dat hier werd uitgebracht op 8 april. In dat advies is de Raad van State van mening dat het wetsontwerp zonder rechtvaardiging opnieuw een verschil in behandeling instelt en verdergaat dan wat vereist zou zijn ingevolge de uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Deze stelling werd vandaag tijdens onze ontmoeting met de minister van binnenlandse zaken ook onderschreven door 2 andere vakorganisaties.

De regering heeft in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp de kritieken van de Raad van State weerlegd. De regering stelt de personeelsleden niet te willen straffen die langer willen werken en daardoor nog niet hun vervroegd pensioen hadden aangevraagd of opgenomen toen het arrest viel op 10 juli 2014. Het NSPV blijft aandringen om deze eerste overgangsmaatregel zo snel mogelijk uit te vaardigen. De regering heeft dan ook de spoedbehandeling van het ontwerp gevraagd door het Parlement.

Daardoor zal de commissie van sociale zaken dit wetsontwerp behandelen in openbare zitting op woensdag 29 april. Wij zullen dit voor iedereen van nabij opvolgen. Op die wijze pogen wij een antwoord te bieden op de misleidende informatie die er circuleert over de gevolgen van het advies van de raad van state van 8 april. Voor de geïnteresseerden voegen wij hierbij het wetsontwerp met inbegrip van het advies van de Raad van State.

Vandaag was de verderzetting van de onderhandelingen over de 2e overgangsmaatregel gepland. Door omstandigheden kon de premier, die samen met de minister van binnenlandse zaken de vergadering wou voorzitten, niet aanwezig zijn. Daardoor zullen de debatten pas hervatten op 27 april in aanwezigheid van beide ministers.

Gert Cockx
Nationaal voorzitter