Hoe zit dat nu? Moeten wij nu nog langer werken?
Er komt maar geen einde aan die verwarring!!! Toegegeven: pensioenen en vooral voor politiediensten, is geen gemakkelijk materie. Het volledige pensioenstelsel voor politiemensen uitleggen op een halve dag is veel te kort en schept alleen maar mist. In de tekst die volgt zal ik stap voor stap het verschil tussen die twee benamingen proberen te ontwarren. Het zijn die twee begrippen die trouwens voor de meeste verwarring zorgen. Om de ontwarring te vervolledigen wordt wat licht geworpen op de voorwaarden van NAVAP (punt 3). In punt 4 is het “Besluit” de wegwijzer die de afbakening tussen de 3 items moet verduidelijken.
Wat is nu eigenlijk het verschil tussen tantième en verhogingscoëfficiënt?
1. Tantième (Loopbaanbreuk):
1.1. Loopbaanbreuk.
Volgens het woordenboek wordt tantième vertaald (uit de Franse taal) als een deel van iets (winst). Dus met andere woorden: het is een breuk met een teller en een noemer.
Loopbaanbreuk is het deel van de referentiewedde dat voor elk aanneembaar dienstjaar wordt toegekend voor de pensioenberekening.
Die tantième of loopbaanbreuk vindt je dan ontegensprekelijk terug in de basisformule voor het berekenen van het pensioenbedrag.
- Dit tantième wordt NIET gebruikt in de berekening om de loopbaanvoorwaarde te bepalen.
- Deze loopbaanbreuk kent (nog) GEEN afbouwende waarde zoals bij de verhogingscoëfficiënt voor het berekenen van de loopbaanvoorwaarde.
1.2. Toegepaste tantièmes
Voor sommige ambtenaren voorziet de pensioenreglementering een voordeligere loopbaanbreuk (tantième) dan 1/60.
1/60 voor de ambtenaren: (45 x1/60 = 075 of ¾ van de referentiewedde = maximum pensioen).
1/55 voor onderwijs - niet rijdend personeel NMBS: (41.25 x 1/55 = 0,75 of ¾ van de referentiewedde).
1/50 voor militairen (niet verplichte legerdienst = 1/60) - operationeel kader van de geïntegreerde politie: (37,5 x 1/50 = 0,75 of ¾ van de referentiewedde).
1/48 o.a. rijdend personeel NMBS – Magistraten - universiteitsprofesoren – Lokale mandatarissen, enz.
Stel dat iemand bij de politie slechts 30 effectieve dienstjaren heeft in plaats van het maximum (37,5) dan is het product 30 x 1/50 = 0,60 of 6/10 van de referentiewedde.
1.3. Basisformule
RW x D x T = RP
RW: Referentiewedde
D: Aantal aanneembare dienstjaren.
T: Tantième (of loopbaanbreuk genoemd)
RP: Nominaal bedrag van het rustpensioen.
Na indextoepassing en na aftrek van de sociale en fiscale inhoudingen bekomt men het netto pensioenbedrag.
Wanneer moet gewerkt worden met verschillende tantièmes (1/50 + 1/60) worden beiden samengeteld.
Natuurlijk dient men dan nog rekening te houden met het “relatief maximum” en het “absoluut maximum” maar dat is in deze rubriek van geen belang.
2. Loopbaanvoorwaarden (vervroegd pensioen) en verhogingscoëfficiënt
2.1 Wet van 28 december 2011 - arrest van 10 juli 2014.
Voor de politiediensten was het de normaalste zaak: De wettelijke pensioenleeftijd was 65. Voor de leden van het operationeel kader van de politie was het 58 en voor de leden van de ex-rijkswacht was de vervroegde pensioenleeftijd voor de o/officieren 56 voor de lagere officieren 54 en voor de andere 56, 58 of 60. De ex-politiecommissarissen bleven hangen op 60 jaar. Zelfs de wet van 28/12/2011 bracht daar geen verandering is en was “langer werken” enkel van toepassing op de andere ambtenaren. Het welbekende arrest stak daar een stokje voor en werden alle politieambtenaren op dit gebied gedegradeerd tot gewone ambtenaren en was de wet van 28 december 2011 ook op hun pensioen van toepassing.
2.2. Voorwaarden vervroegd pensioen
De wet van 28 december 2011 voorziet in de eerste plaats:
“Verhoging van de minimum leeftijds- en loopbaanvoorwaarde om vervroegd met rustpensioen te kunnen gaan.”
- Daarin zitten twee elementen: leeftijdsvoorwaarden en loopbaanvoorwaarden.
- Daar waar vervroegd pensioen alleen gekoppeld was aan de leeftijd van 60 jaar wordt hier nu bij wet een loopbaanvoorwaarde aan gekoppeld.
- Een bijkomend en derde element is een overgang naar langere loopbaan en hogere leeftijd: 63 jaar met 42 loopbaanjaren.
2.3. “Gewicht” van loopbaanjaren gekoppeld aan de tantièmes.
Hier hebben de tantièmes geen invloed op de berekening van het pensioenbedrag. Ze worden enkel gebruikt om het gewicht van de loopbaan te bepalen om aan de loopbaanvoorwaarde te komen, per tantième.
Aanvankelijk is het gewicht per tantième bepaald op:
1/60: | 1 | één jaar effectieve dienst is één jaar in rekening te brengen voor vervroegd pensioen (60/60) |
1/55: | 1,09 | één jaar effectieve dienst is 1,0909 jaar in rekening te brengen voor vervroegd pensioen (60/55) |
1/50: | 1,2 | één jaar effectieve dienst is 1,2000 jaar in rekening te brengen voor vervroegd pensioen. (60/50) |
Vanaf hier worden het aantal dienstjaren in een bepaalde tantièmecategorie vermenigvuldigd met een verhogingscoëfficiënt.
1/60: aantal effectieve dienstjaren van die tantième x 1,000
1/55: aantal effectieve dienstjaren van die tantième x 1,0909
1/50: aantal effectieve dienstjaren van die tantième x 1,2000
Tabel vervroegd pensioen geleidelijk opgedreven naar 63 jaar
2.4. Uitzonderingsregel lange loopbaan
Bij lange loopbaan KAN je vroeger met pensioen gaan. Net zoals in de algemene regel worden de politionele jaren (binnen het tantième 1/50) verhoogd met een verhogingscoëfficiënt welke verminderend wordt van 1,2000 naar 1,0500 in het jaar 2022.
Hieronder kan je per tantièmecategorie uw loopbaan samenstellen om vervroegd met pensioen te kunnen gaan. Ook de loopbaan als zelfstandige of werknemer telt mee in die berekening, weliswaar aan waarde 1 en zonder enig verhogingscoëfficiënt, noch gratis aanneembare afwezigheden.
3. NAVAP (Non-activiteit voorafgaand aan de pensionering)
Om de chaos compleet te maken werd een derde factor die NAVAP noemt in het leven geroepen. Voor NAVAP zijn er nieuwe voorwaarden, zonder de items “loopbaanbreuk” of het “verhogingscoëfficiënt” uit het oog te verliezen.
3.1. Voorwaarden
- Lid van het operationeel kader van de geïntegreerde politie. (Niet CALOG)
- Vóór 10 juli 2014 de preferentiële vervroegde pensioenleeftijd genieten van 54, 56, of 58 jaar. De officieren die de preferentiële pensioenleeftijd van 58 jaar hadden kunnen NAVAP genieten vanaf de leeftijd van 60 jaar.)
- Bij aanvang van NAVAP minstens 20 aanneembare dienstjaren bij de openbare sector voor de opening tot het recht op vervroegd pensioen.
- Op het einde van NAVAP dient men te voldoen aan de voorwaarde om vervroegd met pensioen te kunnen gaan. (Zie punt 2 hierboven)
3.2. Gevolgen
- Tijdens de NAVAP-periode wordt géén verhogingscoëfficiënt Dus wordt die periode gelijkgesteld met 1 (Punt 2 hierboven).
- Door het optellen van alle loopbaanjaren met of zonder verhogingscoëfficiënt, kan men bij het einde van NAVAP wel aan loopbaanvoorwaarde komen, maar gelet op het feit dat geen verhogingscoëfficiënt tijdens NAVAP kan toegepast worden bestaat de mogelijkheid dat men ofwel langer zal moeten werken om aan voldoende loopbaanmaanden te komen of dat men later dan de vooropgestelde leeftijd van 58 met NAVAP kan gaan.
- De periode van NAVAP komt NIET in aanmerking voor het berekenen van het pensioenbedrag. De aanvang van NAVAP betekent het einde van het verder opbouwen van het pensioenbedrag.
- Door het optellen van alle loopbaanjaren met of zonder verhogingscoëfficiënt, ook met NAVAP jaren kan men wel in de mogelijkheid zijn om vervroegd met pensioen te gaan maar kan men vier jaren of een deel ervan verliezen voor de berekening van het pensioenbedrag.
4. Besluit
Wat moeten wij onthouden van deze 3 items?
- Tantième of loopbaanbreuk (1/50) wordt enkel gebruikt om het pensioenbedrag te berekenen. Voor het berekenen van het pensioenbedrag kan gebruikt gemaakt worden van meerdere tantièmes. (1/60 + 1/50)
- De loopbaanvoorwaarde voor vervroegd pensioen is de som van alle diensten als ambtenaar, al dan niet verhoogd met de verhogingscoëfficiënt en met de al dan niet in rekening gebrachte afwezigheden plus alle effectief gepresteerde diensten als werknemer of zelfstandige.
- Voor het berekenen van de loopbaanvoorwaarde dient men de volgende punten in het oog te houden:
- Pensioenleeftijd (wettelijke pensioenleeftijd = 65jaar - vervroegde pensioenleeftijd vanaf 60 jaar)
- Loopbaanjaren (som van loopbaanjaren met en zonder verhogingscoëfficiënt)
- Kalenderjaar (voor het bepalen van het toepasbare verghogingscoëfficiënt)
- Uitzonderingen Lange Loopbaan (Zie tabellen)
- Bij NAVAP dient met rekening te houden met: (het is en/en)
- De preferentiële leeftijdsgrens vóór 10 juli 2014.
- 20 aanneembare jaren openbare dienst
- Einde NAVAP voldoen aan de loopbaanvoorwaarde voor vervroegd pensioen.
Bron: Marcel De Loof
Tabellen afkomstig FPD