Naar aanleiding van de verspreiding van het regeerakkoord en de toelichting daarover door de eerste minister in zijn regeerverklaring voor het parlement op 14 oktober, kwam de raad van bestuur bijeen om onze verdere houding te bepalen. Hierbij een korte samenvatting:

 

Naar aanleiding van de verspreiding van het regeerakkoord en de toelichting daarover door de eerste minister in zijn regeerverklaring voor het parlement op 14 oktober, kwam de raad van bestuur bijeen om onze verdere houding te bepalen. Die kan als volgt worden samengevat.   

Als sociale partner onderschrijven wij dat we mee verantwoordelijk zijn voor het vrijwaren van de betaalbaarheid van onze pensioenen. De gegevens aangereikt door de eerste minister spreken voor zich. Maandelijks komen er 10.000 gepensioneerden bij waardoor er over ongeveer 8 jaar 1 miljoen meer gepensioneerden zullen zijn. Dat deze evolutie een pensioenhervorming vereist, kan niet worden betwist.   

Het standpunt van de eerste minister dat enkel een herziening op lange termijn de betaalbaarheid van de pensioenen kan verzekeren, kunnen we evenzeer bijtreden. We delen dan ook zijn uitgangspunten in de regeerverklaring dat de hervormingen voorspelbaar moeten zijn en op lange termijn. Een overgangsperiode die voldoende lang moet zijn met bijkomende maatregelen zijn ook een must.   

De werkwijze waarbij voor de ganse bevolking tegen 2030 (of over 15 jaar) een verhoging van de pensioenleeftijd met 2 jaar wordt aangekondigd met een aanpassing van de loopbaanduur maar ook met behoud van een aantal uitzonderingen voor lange loopbanen en zware beroepen is conform voormelde principes.    

Wij vragen niet meer of minder dan die principes die voor de ganse bevolking gelden op soortgelijke wijze toe te passen op de politiepopulatie. Immers terecht merkten de formateurs op dat de politiepopulatie ook deel uitmaakt van de ganse populatie.   

Een hervorming van de politiepensioenen dient dan ook :   

  • voorspelbaar te zijn ;
  • zich op lange termijn te situeren ;
  • met een voldoende lange overgangsperiode
  • met bijkomende maatregelen.   

Het grondwettelijk arrest mag niet dienen als voorwendsel om die principes overboord te gooien ! Het is enkel op basis van die principes dat wij bereid zijn te onderhandelen met de bevoegde ministers.      

In antwoord op de oproep tot nauwe samenwerking met de syndicale partners, hebben wij de minister van binnenlandse zaken al aangeschreven om elkaar vlug te kunnen ontmoeten (zie onze brief). Ontmoetingen met onze andere voogdijministers worden eveneens gepland. Een eerste herstelwet zou immers best snel volgen zodat het personeel dat al met pensioen kon gaan voor het arrest, effectief terug die mogelijkheid heeft binnen de korst mogelijke termijn.    

Gelijktijdig kunnen we de onderhandelingen opstarten over de overige pensioenmaatregelen uit het regeerakkoord. Die maatregelen behoeven wel enige bijsturing of aangepaste invulling om aan voormelde principes te beantwoorden en te vermijden dat er nieuwe discriminaties ontstaan in het nadeel van het personeel dat voorheen een preferentiële pensioenleeftijd had.   

In afwachting dat onze voogdijministers in actie schieten, blijven wij zelf op geregelde tijdstippen acties houden. Volg in dat verband zeker onze verdere berichtgeving.      

Gert Cockx
Nationaal voorzitter