De teerlingen zijn geworpen. Drie politievakbonden NSPV-SNPS-NGPS, VSOA POLITIE-SLFP POLICE en ACV- CSC hebben de Belgische Staat ter verantwoording geroepen van de Rechtbank te Brussel .

De reden ligt in een conflict tussen de bonden en de Regering over de toepassing van de spelregels van het sociaal overleg.

Op 28 Januari 2022 bereiken het NSPV en het VSOA een voorwaardelijk akkoord met de minister van binnenlandse zaken, Annelies Verlinden, over een loonsverhoging voor het personeel van de politiediensten. Ook wordt het systeem van het stelstel van non-activiteit voorafgaand aan het pensioen in het afgesloten protocol bevestigd.

Met toeters en bellen wordt dit akkoord bekend gemaakt en in een persartikel van 1 April 2022 wordt nogmaals bevestigd dat de Regering dit akkoord erkent. In mei 2022 worden reeds de eerste versies van de noodzakelijke koninklijke besluiten onderhandeld met de vakorganisaties. Tevens wordt er verder onderhandeld over een zogenaamd kwalitatief luik, onderwerpen die geen financieel onderhandelen nodig hebben, maar die wel een invloed hebben op de statutaire toestand van het politiepersoneel.

Geen vuiltje aan de lucht, zo lijkt het alleszins. Maar al gauw komen er donkere wolken aan de hemel als de sociale partners de overheid interpelleren over de vraag of er tegen de uitvoeringsdatum van 1 Januari 2023 wel voldoende geld zal zijn om de gemaakte afspraken ten uitvoer te brengen.

Steeds wordt rond de hete brij gedraaid en de achterdocht van de sociale partners groeit.

In oktober 2022, naar aanleiding van het jaarlijks budgettair conclaaf van de Regering komt plots de boodschap dat er geen geld is om de loonsverhoging in één keer uit te voeren. De Regering beslist zonder verder onderhandelen dat de schamele loonsverhoging van zo een 65 à 70 euro ( en dit na 20 jaar stilstand) uitbetaald wordt over een periode van drie jaar. Nog meer wordt het stelsel van non- activiteit  voorafgaand aan het pensioen in een uitdoofscenario geplaatst, ook zonder enige onderhandeling.

Nochtans werd in 2015 een akkoord gesloten dat dit stelsel pas zou ophouden te bestaan als voor alle bijzondere regelingen binnen het openbaar ambt een globale regeling werd onderhandeld.

Uiteraard volgden onmiddellijk acties. De politiebonden werden ontvangen door de eerste minister, de minister van binnenlandse zaken en de minister van Justitie.

Uit dat gesprek kwam naar voren dat de minister van Justitie het standpunt inneemt dat hij nooit enig protocol getekend heeft en dat de (normaal gezien) wettelijke vertegenwoordiger die deze minister op het onderhandelingscomité voor politiediensten, vertegenwoordigt geen mandaat had om enig protocol te tekenen.

Het NSPV, VSOA en ACV delen deze visie niet en nemen een gespecialiseerd advocaat  onder de arm. Deze bevestigt de visie van de drie vakbonden en na wat administratief heen en weer geschrijf tussen bonden en minister van Justitie, blijkt het water toch veel te diep.

Het NSPV, VSOA en ACV besluiten het wederrechtelijk gedrag van de Regering voor te leggen aan de Belgische Justitie wegens het niet naleven van haar contractuele verplichting jegens de politiebonden en wegens haar niet-contractuele aansprakelijkheid voor haar niet-ernstig optreden bij de onderhandeling, nu de Regering haar gegeven woord niet stand houdt.

Onafgezien het voeren van verdere acties en verschillende interventies bij de verschillende partijen van meerderheid en oppositie voelen de politievakbonden zich verraden en in de steek gelaten.

Daarom zal aan een Rechtbank gevraagd worden om duidelijkheid te scheppen in deze materie.

Het dossier wordt ingeleid op 22 juni 2023 om 9h00 voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, 1ste kamer Franstalig

 

ATO-TOOL NSPV 2024

Uw diensturen bijhouden, gratis voor iedereen.
Download hier.