Naar aanleiding van Medusa vroeg het NSPV dringende BOC's in te richten in Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen gezien de meerwaarde van een lokaal BOC.
We hadden volgende vragen:
- Is er een probleem op de lokale capaciteit door de actie MEDUSA?
- Wordt er in de dienstregeling van het lokale korps rekening gehouden met de effecten van een geleverde dienst voor Medusa?
- Indien nodig is er op lokaal niveau een opvang voorzien op zowel medisch als psychosociaal vlak?
- Wat is het standpunt van de lokale overheid?
Dit hebben we bereikt:
Op alle BOC’s gaan de KC akkoord de laatste 2 regels voor afwijking op de ATO te respecteren.
- de minimale rust van 11h tussen twee diensten;
- de minimale gegarandeerde rust van twee dagen na 10 werkdagen.
De eerste regel, "om de maximale prestatieduur van 10uur te mogen overschrijden" is de bevoegdheid van de DIRCO en niet van de lokale korpsen
We stellen ons toch nog vragen bij de risicoanalyse en vooral wat er wordt uitgevoerd van de voorgestelde maatregelenin het belang van het welzijn.
Het standpunt van de lokale overheden is niet eenduidig. De grens- en kustzones in W-VL hebben momenteel niet veel bezwaren. Immers bij hen daalt de criminaliteit (en dus andere tussenkomsten) significant. De capaciteit die geleverd moet worden werkt dus ook onrechtstreeks als preventie tegen de grenscriminaliteit. De andere zones hebben daar meer problemen mee, temeer omdat ze de capaciteit derven in hun project- of fenomeenwerking. Veel overheden, lees politiekers, zijn vergeten dat de 4% HYCAP eigenlijk niet van hen is. De federale toelage is daarop berekend. In het verleden moest minder op HYCAP beroep worden gedaan en daardoor zijn zij deze capaciteit gaan beschouwen als de eigene. In een crisissituatie als deze keert die toestand en komen inderdaad de lokale prerogatieven in het gedrang omdat men daarbij rekening hield bij lokale besparingen.