Beste Allemaal,
Het jaar 2020 zal voor altijd in onze geschiedenisboeken blijven staan als een Annus Horribilis.
Na een moeilijke aanzet die getekend werd door een aanslepende regeringsvorming en het stijgend aantal gewelddaden tegen ambulanciers, brandweer en politie krijgt in maart onze maatschappij een zware klap door het uitbreken van het COVID 19 virus in België.
Na een heel aarzelende aanpak, ook voor de politiemedewerkers, blijkt al vrij snel dat drastische maatregelen zich opdringen. Reeds heel snel in de eerste golf heeft het virus ons een aantal collega’s brutaal ontnomen.
Er staat bij de uitbraak van de eerste golf en de daaraan gekoppelde (steeds wijzigende maatregelen) een zware taak te wachten voor de politiemedewerkers. Zij staan in voor het respecteren van de maatregelen die aan de bevolking worden opgelegd.
In Brussel is het voor zowel de politiezones als voor de federale diensten ter ondersteuning heel moeilijk werken. De specificiteit van Brussel, mede door de diversiteit van de bevolking, de leefomstandigheden en de verschillende reglementeringen maken het heel moeilijk om op een professionele manier controle uit te voeren op de verschillende maatregelen die, tot overmaat van ramp, bijna dagelijks wijzigden. Toch gaven alle diensten het beste van zichzelf om de maatschappij in goede banen te leiden.
Na een lange periode van sensibilisering kwam ook de tijd van verbaliseren. Dat wekt frustratie op bij de bevolking. Begrijpelijk? Ja. Aanvaardbaar? Nee. Zeker niet als de frustraties zich omzetten in gratuit geweld tegen politiemensen.
Ook zij zijn vaders, moeders, nonkels, tantes.. ook zij maken deel uit van die maatschappij die kreunt onder de nukken van het virus. Ook zij gaan graag na de dienst zonder kleerscheuren naar huis. Velen zagen en zien het politie-uniform maar niet de mens die erin steekt. De vele confrontaties, zelfs met fysiek geweld, getuigen van deze visie.
Geweld tegen openbare functies is van alle tijden maar heeft zich dit jaar een pak sterker gemanifesteerd omdat de opgelegde maatregelen de burgers in hun vrijheden heeft beperkt. Die opgewekte frustraties werden uitgewerkt op politiemensen, brandweerlieden, ambulanciers.. de hulpdiensten.
Mensen die elke dag in de weer zijn om onze maatschappij veilig te houden, mensen die elke dag in de weer zijn om mensen in nood te helpen, mensen die 24/7 hun hebben en houden riskeren ten dienste van de maatschappij, mensen die dit met hart en ziel doen, die overtuigd zijn van de maatschappelijke belangrijkheid van hun job. De onregelmatige uren, het klein loon, de slechte rechtsbescherming en de onderwaardering nemen zij erbij om elke dag naar best vermogen hun maatschappelijke taak op te nemen.
Kan je in alle eerlijkheid aanvaarden dat er zinloos geweld wordt gepleegd op politie, brandweer, ambulanciers, leerkrachten en ja.. zelfs op politici? Nee! Wij maken allemaal samen deel uit van onze maatschappij en dergelijke daden horen nu éénmaal niet thuis in een samenleving.
Dit was voor onze organisatie dan ook de aanzet om contacten te leggen met beleidsmensen om een halt toe te roepen aan het geweld. Waarom beleidsmensen? Eenvoudigweg omdat zij de wetgevende macht zijn en effectief een aantal zaken kunnen verbeteren.
Een eerste resultaat hiervan mondde uit in de hoorzitting van de Commissie van Binnenlandse zaken van het Federaal Parlement.
Heel frappant te zien dat er eigenlijk wel eensgezindheid bestaat tussen alle partners maar het mag niet bij woorden blijven, er dienen ook daden gesteld te worden om beroepen met een maatschappelijke functie te beschermen tegen alle vormen van geweld. Dit resulteerde in een eerste stapje in de goede richting, de aanpassing van de COL 10/2017. Het is maar een klein stapje, maar wel eentje in de goede richting. Onvoldoende? Zeker en vast. Hoopgevend? Ja, zeker wel.
Daarnaast werd er in de schoot van het Brusselse Parlement eveneens een aantal hoorzittingen gepland. Het spectrum van dit Parlement was ruimer. Men wou nagaan in welke mate de relatie tussen de burger en de politie kon verbeterd worden.
Ook hier heeft onze organisatie tijdens de hoorzitting duidelijk zijn standpunten naar voor gebracht. Thema’s zoals capaciteit, diepgaande wijkwerking, respect, opvoeding, ondersteunende justitie, supralokale samenwerkingsakkoorden, meting, aanwerving en diversiteit maakten deel uit van ons betoog.
Een betere relatie tussen de burger en de politiemedewerkers kan enkel indien er wederzijds respect komt. Neem dit weg en het kaartenhuis valt ineen. Om dat respect te herstellen is samenwerking nodig, samenwerking met verschillende instellingen, met justitie, met de bevolking zelf… Een bindende samenwerking waarin doelstellingen en verwachtingen duidelijk gesteld moeten worden.
De hoorzittingen resulteerde in een aantal aanbevelingen die zich hoofdzakelijk op de werking van de politie toespitst. Het ware alsof alles wat misloopt in onze samenleving, de fout is van politiemensen. Ik ben heel erg ontgoocheld in deze tekst en de houding die door de Commissie van Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement heeft aangenomen.
Het afschuiven van verantwoordelijkheid en de oorzaak enkel leggen bij politie is onverantwoord en laf. Het besef dat iedereen zijn steentje moet bijdragen om tot een betere leefbare maatschappij te komen is zo goed als onbestaande.
Buiten een paar holle woorden over het streng veroordelen van geweld tegen politie komen we niet. Bijzonder triestig vast te stellen hoe men van leer trekt om fouten in de schoenen van de politiediensten te schuiven. Erger nog, zelfs onafhankelijke instanties worden publiekelijk in vraag gesteld. De indruk ontstaat dat sommige commissieleden het liefst politiemensen bij de minste fout zwaar zouden willen straffen.
Moeten we hoopvol blijven? Jazeker. Deze aanbevelingen zijn geen eindpunt als ik de commentaren van de initiators mag geloven. Dit is een eerste stap in een proces. Er zitten zeker positieve punten in de aanbevelingen maar de bredere maatschappelijke context en verantwoordelijkheid is nog ver zoek.
Ik kan nog lang uitweiden over het verleden maar ik wil ook wel naar de toekomst kijken. We hebben nu een nieuwe regering en we hebben nu een nieuwe Minister, één van de verrassingen van de onderhandelaars.
Na een inloopperiode werden de eerste contacten met de Minister gelegd. Uiteraard hebben deze momenteel nog geen resultaten opgeleverd. Maar wat was nu juist het gevoel dat wij eraan overhouden? In alle eerlijkheid.. mixed emotions.. De minister is zeker bereid tot luisteren en er zijn schuchtere stapjes om een aantal punten van het sectoraal akkoord van 2018 uit te voeren. De komende weken en maanden zal hier duidelijkheid in worden geschapen. Nu uitschrijven wat wel en wat niet kan is onmogelijk omdat dit eenvoudigweg niet kan.
Uiteraard zitten jullie met vragen over pensioenleeftijd en loonsonderhandelingen maar een concreet antwoord moet ik jullie momenteel schuldig blijven.
Wat wel zekerheid is, is het eisenbundel 2019 van onze organisatie. NAVAP-Pensioen, Loon, Geweld en bescherming politiemensen, Aanwerving en opleiding, Financiering van de politie en behoud statutaire rechten zijn de krachtlijnen van het eisenbundel van onze organisatie waarbij NAVAP-Pensioen, loon en geweld-bescherming en behoud van statutaire rechten het nauwst aan het hart liggen van de mensen op het terrein.
Met overgave zullen wij deze krachtlijnen bepleiten bij de Minister. Als zij het ambt wil waarderen dan zal zij aan een groot deel van het eisenbundel moeten tegemoetkomen.
Wil u op de hoogte blijven van de evolutie van deze dossiers, contacteer je afgevaardigde of consulteer de laatste nieuwtjes op onze website.
Ik wens jullie allemaal een veilig en gezond kerst- en nieuwjaarsfeest.
Mario Thys
Voorzitter Regio Brussel
NSPV VZW