Sinds 1 augustus 2019 kan je genieten van de mogelijkheid tot opsplitsing van de loopbaanonderbreking in kortere periodes om een bijkomende zelfstandige activiteit uit te oefenen.

Het koninklijk besluit van 18 juli 2019 betreffende de cumulatie van onderbrekingsuitkeringen en de uitoefening van een bijkomende zelfstandige activiteit in geval van vermindering van de arbeidsprestaties werd op 22 juli 2019 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Ingevolge bovenvermeld koninklijk besluit kunnen zowel de statutaire als de contractuele personeelsleden van de Federale Politie en de Lokale Politie sinds 1 augustus 2019 genieten van de mogelijkheid tot opsplitsing van de loopbaanonderbreking in kortere periodes om een bijkomende zelfstandige activiteit uit te oefenen.

Voor de personeelsleden van de Geïntegreerde Politie bestaat reeds de mogelijkheid om een zelfstandige activiteit uit te oefenen in combinatie met een voltijdse loopbaanonderbreking of een voltijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. Deze mogelijkheid blijft van toepassing. Hierbij dient in herinnering gebracht te worden dat de cumulatie van de onderbrekingsuitkering met de inkomsten van een zelfstandige activiteit beperkt is tot 12 maanden. Na die 12 maanden kan het personeelslid in voltijdse loopbaanonderbreking (voor ouderschapsverlof) blijven zonder uitkeringen tot op het ogenblik waarop het krediet van 60 maanden is uitgeput.

Deze mogelijkheid werd uitgebreid ingevolge de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 18 juli 2019. Hierdoor is het voortaan mogelijk ook tijdens kortere periodes van loopbaanonderbreking (voor ouderschapsverlof) een bijkomende zelfstandige activiteit uit te oefenen.

Voorwaarde:

Om gebruik te kunnen maken van bovenvermelde uitbreidingsmogelijkheden dient de bijkomende zelfstandige activiteit reeds gedurende ten minste 12 maanden voorafgaand aan de loopbaanonderbreking (voor ouderschapsverlof) te worden uitgeoefend. Indien aan deze voorwaarde voldaan is, kan de cumulatie van de onderbrekingsuitkeringen met de uitoefening van een bijkomende zelfstandige activiteit toegelaten worden gedurende een periode van maximum:

24 maanden, in het raam van een halftijdse loopbaanonderbreking of een halftijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof;
60 maanden, in het raam van de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, de loopbaanonderbreking voor de zorg voor een zwaar ziek gezins of familielid of de loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen met vermindering van de prestaties met 1/5e;
60 maanden, in het raam van de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof met vermindering van de prestaties met 1/10e.