Het NSPV heeft moeten vaststellen, samen met de andere vakorganisaties, tot op gisteren niet betrokken te zijn geweest bij de totstandkoming van het bovengenoemd protocol.
Op 19 juni 2018 werd op onze vraag en door onze tussenkomsten bovenstaande als agendapunt op het BOC69 besproken.
Ten eerste, vinden we het niet kunnen dat we als NSPV niet eerder betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het protocol. We hekelen tevens de gebrekkige communicatie naar het personeel toe. Deze werkwijze heeft voor onnodige onrust gezorgd en bovendien konden wij onze leden niet informeren omtrent de intenties van de overheid. De korpschef werd daarmee ter zitting geconfronteerd en wist te zeggen dat het een beleidsbeslissing betreft die nog moet uitgevoerd worden. Daarop hebben we hem kennis gegeven dat artikel 3, 8° van het KB op de CPBW daarmee overtreden werd en dat zelfs beleidsverklaringen, en zeker beleidsverbintenissen die een rechtstreeks impact kunnen hebben op de arbeidsorganisatie, arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en interpersoonlijke relaties van het personeel voorafgaand aan advies moeten onderworpen worden van het BOC/CPBW.
Zowel de voorzitter als de korpschef gaven toe dat de communicatie veel beter kon en dat bij de uitvoering van het protocol daarmee rekening zal gehouden worden.
Ten tweede, het NSPV heeft ook duidelijk gemaakt dat we niet per definitie tegen een samenwerking zijn, hoewel we eerder opteren voor een fusie. Een fusie is gebonden aan sociale begeleidingsmaatregelen en is ook goedkoper. In dit geval is een fusie politiek niet haalbaar en gewenst. Daarom dringen we bij een samenwerking aan op gelijke sociale begeleidingsmaatregelen en hechte betrokkenheid bij de uitvoering.
Ten derde, het NSPV heeft daarom de installatie gevraagd van een informeel zone-overschrijdend overlegorgaan om bij de uitvoering van het protocol direct betrokken te zijn in het belang van onze leden en alle personeel. De korpschef en voorzitter konden daarmee akkoord gaan.
Door onze tussenkomst hebben we m.a.w. de garantie gekregen dat we nauw betrokken gaan worden bij de uitvoering en dat de communicatie naar het personeel van beide betrokken zones zal verbeteren.
Hoe de uitvoering vorm zal krijgen in de toekomst en wat de effecten zullen zijn voor het personeel weten we momenteel nog niet.
Juist door de installatie van een informeel zone-overschrijdend overlegorgaan krijgen we de noodzakelijke garanties wat betreft de betrokkenheid en communicatie. Het NSPV zal waakzaam toezien op de belangen van het personeel in dit verhaal. De uitvoering van het samenwerkingsprotocol moet zeker voor het betrokken personeel een meerwaarde creëren. Met vragen en wensen van het personeel zal men rekening moeten houden. De lokale afgevaardigden zullen daar nauw op toezien en uw belangen verdedigen.
Met vriendelijke groeten,
Benny Lavaert, Provinciaal voorzitter WVL
Benny Staelens, Vast afgevaardigde WVL